Heb je ook een leuke mop? Mail dan naar redactie@kidsweek.nl
Twee tomaten zitten in de snackbar een frietje te eten. Ineens prikt de ene tomaat met z’n vork in de andere tomaat. ‘Hé, waarom doe je dat?’, vraagt zijn vriend. Zegt de tomaat: ‘Oh sorry, ik had een beetje ketchup nodig.
Er zitten twee mannen in de woestijn. Vraagt de ene man aan de andere: ‘Mag ik nu ook eens in het zand zitten?’
Twee oenen zitten in de schoolkantine. De ene oen moet naar de wc. ‘Ga je dan ook meteen even voor mij’, vraagt de andere oen. ‘Doe ik!’ Als hij terugkomt, zegt zijn vriend: ‘Je zou toch ook voor mij gaan?’ ‘Helemaal vergeten, ik ga het alsnog doen.’ Enkele minuten later komt de oen woedend terug van de wc en roept: ‘Wat gemeen, jij moest helemaal niet!’
Een olifant stapt in de bus. De conducteur zegt: 'Wauw, dat is de eerste keer dat ik een olifant in de bus heb.' Zegt de olifant: 'Ja en ook meteen de laatste keer, want morgen is mijn fiets gerepareerd.'
Twee paarden staan in de wei. Bij eentje staan z’n haren rechtovereind. ‘Heb jij je wintervacht nog?’ zegt het ene paard verbaasd. Antwoordt de ander: ‘Nee, ik beet net per ongeluk in het schrikkeldraad.’
Een man vraagt aan Jantje: 'Weet jij waar Amsterdam is?' Jantje zegt: 'Ja, alleen zeg ik het lekker niet!' De man zegt: 'Jij komt nooit in de hemel.' Jantje antwoordt: 'En u nooit in Amsterdam!'
Drie koeien doen een wedstrijdje hoogspringen. De eerste koe springt net over het hek heen. De tweede koe springt er ruim overheen. De derde koe springt met volle vaart tegen het hek aan. Wie springt het hoogst?
De derde koe, want die ziet sterretjes!
Een poedel loopt een snackbar binnen en bestelt chocolade-ijs. Een vrouw die het gezien heeft, zegt verbaasd tegen de verkoper: ‘Dat is vreemd, een hond die chocolade-ijs bestelt.’ ‘Ja, heel vreemd’, antwoordt de verkoper. ‘Normaal neemt hij vanille-ijs.’
Een moeder heeft twee zoontjes. Ze heten Vla en Gisteren. Op een dag moeten ze heel nodig poepen en dat doen ze uit het raam. Op dat moment staat onder het raam een agent. Die krijgt een drol op zijn pet. Hij belt boos aan. De moeder vraagt: ‘Was het Gisteren?’ ‘Nee, vandaag!’ zegt de agent. Dan vraagt de moeder: ‘Was het vla?’ ‘Nee’, zegt de agent. ‘Het was poep!’
Waarom gooit een oen water over zijn computer?
Dan kan hij over het internet surfen!
Mark zit met een paar mannen in de kleedkamer van de golfclub. Een mobiele telefoon gaat af en Mark neemt op. Iedereen in de kleedkamer luistert mee naar het volgende gesprek. Vrouw: ‘Schat, ik ben het. Ben je nog op de club?’ Mark: ‘Ja, ik was me net aan het omkleden. Wat ben jij aan het doen?’ Vrouw: ‘Ik ben aan het winkelen en ik heb een onwijs mooi jasje gezien. Het kost maar tweeduizend euro, mag ik het kopen?’ Mark: ‘Natuurlijk, als je het jasje mooi vindt, moet je het kopen.’ Vrouw: ‘Ik heb ook een mooie nieuwe auto gezien. Hij kost honderdduizend euro, mag ik hem kopen?’ Mark: ‘Natuurlijk, als je de auto mooi vindt, moet je hem kopen.’ Vrouw: ‘Geweldig! Trouwens, ik zag onderweg ook een heel mooi huis dat te koop staat voor maar tien miljoen euro. Ik weet dat we dan bijna geen geld meer hebben, maar zullen we het kopen?’ Mark: ‘Goed, als jij het huis mooi vindt, dan gaan we het kopen.’ Vrouw: ‘Oké, ik ga het meteen regelen. Ik zie je later vanavond!’ Mark: ‘Doei, schat!’ Mark hangt op. Het wordt helemaal stil in de kleedkamer. De andere mannen kunnen niet geloven dat Mark het goed vindt dat zijn vrouw al het geld uitgeeft. Vol verbazing kijken ze naar hem. Dan zegt Mark: ‘Weet iemand van wie deze mobiele telefoon is?’
Er zitten twee tomaten in een restaurant. Opeens prikt de ene tomaat de andere met zijn vork. ‘Au! Wat doe je nou?’ vraagt de ene tomaat een beetje boos. Antwoordt de andere tomaat: ‘Ik had ketchup nodig.’
Wie kan er hoger schieten dan de Eiffeltoren?
Iedereen, want de Eiffeltoren kan niet schieten!
Een papegaai, aap en luiaard zitten onder een palmboom. Wie heeft als eerste de tros bananen te pakken?
Niemand, want in een palmboom groeien geen bananen.
Jantje komt met een slecht rapport thuis. Hij zegt tegen zijn vader: 'Vader blijf maar lekker zitten, ik blijf ook zitten.'
Een haan zegt tegen een kip: ‘Hé, jij hebt helemaal geen kam?’ ‘Duh’, zegt de kip. ‘Ik heb toch ook geen haar!’
De meester vraagt tijdens de geschiedenisles aan Jantje: ‘Waar is Napoleon gestorven?’ Jantje zegt: ‘Op bladzijde 101 van mijn geschiedenisboek, meester!’
Een man rijdt over de weg langs een boer en er lopen kippen op de weg. De man ziet een kip te laat en rijdt er één aan. De man stapt uit de auto en pakt de kip. Hij loopt naar de boer die buiten staat en vraagt: 'Is die kip van jou?' 'Nee,' zegt de boer, 'mijn kippen zijn niet plat!'