Waarom zijn er zoveel natuurbranden in Europa?

Waarom brandt het op zoveel plekken tegelijk?

‘Omdat de omstandigheden op al die plekken hetzelfde zijn. Het is héél warm, het waait hard, de lucht is droog, en er is veel brandstof. Denk aan dode varens, naalden en takjes. Die vatten snel vlam. Daarna verspreidt de wind de brand zo snel, dat-ie bijna niet meer te bestrijden is.’ 

Waarom is dat nu erger dan vorige jaren?

‘Door klimaatverandering wordt het weer extremer. In die landen is het nu meer dan 40 graden. Het heeft er lang niet geregend en de wind is hard. Dat zijn precies de dingen die een brand extreem maken.’  

Tekst gaat door onder de foto.

Een blushelikopter probeert een bosbrand te blussen op Tenerife (Spanje), op 23 juli.

Wat zorgt voor het eerste vonkje?

‘Dat kan van alles zijn. In Nederland is het vaak de mens. Die barbecuet bijvoorbeeld onvoorzichtig. Of zet zijn auto met hete uitlaat in het hoge gras. En er zijn zelfs mensen die de boel expres in brand steken. Branden kunnen ook door bliksem, of een remmende trein ontstaan. Eén brand in Spanje ontstond door graafwerkzaamheden in steen, waarbij een vonkje vrijkwam.’ 

Waarom zijn natuurbranden zo moeilijk te blussen?

‘Deze landen zijn heel groot. Bovendien ontstaan de branden soms op plekken waar je niet makkelijk kunt komen. Met wat geluk is de brandweer er in een half uur. Maar in deze omstandigheden is dat al te laat. De brand is dan al te groot om ‘m nog te stoppen.’ 

Tekst gaat door onder de foto. 

De brandweer is bezig met een brand in de Spaanse gemeente Losacio, op 18 juli.

En wat dan?

‘Dan is het wachten tot het weer verandert, of tot de brandstof ophoudt. Bijvoorbeeld doordat alles is verbrand. Of doordat de brand uitkomt bij een zee, grote zandvlakte of stad. Brand heeft altijd drie dingen nodig: zuurstof, brandstof en hitte. Je kunt brand stoppen door een van die drie weg te halen. Zuurstof kun je niet weghalen bij een natuurbrand. De temperatuur kun je verlagen door er water op te gooien, maar ook dat lukt niet als de brand te groot is. Dan blijft brandstof over.’  

Hoe heb je daar invloed op?

‘Als je in een natuurgebied woont, kun je je tuin goed onderhouden. Zorg dat bomen je huis niet raken, en dat je dakpannen op je dak hebt. Haal je dakgoten leeg, en zorg dat je gras groen is. Zo zorg je ervoor dat bij een brand je huis niet afbrandt.’