Nóg vijf diersoorten die het moeilijk hebben in Australië

De afgelopen weken is 2,4 miljoen euro opgehaald voor de dieren in Australië, door het Wereld Natuur Fonds (WNF) en Het Rode Kruis in Nederland. In het zuidoosten van Australië woeden al maanden grote bosbranden. Deze week begon het er te regenen en dat maakt het blussen makkelijker. Toch zijn er ook weer angstige momenten: als er te veel regen valt, maakt dat het moeilijk voor de brandweerauto's om dichtbij te komen. 

Andere dieren

Ondanks de regen hebben mensen en dieren in het rampgebied nog altijd hulp nodig. Het vuur en het verlies van leefgebied heeft veel gevolgen voor zoogdieren, insecten, vogels en reptielen. Een paar voorbeelden van dieren die door de hevige bosbranden met uitsterven bedreigd worden.

1. Geschubde lelhoningeter

Deze vrolijke zangvogel leeft in de open bossen van Zuidwest-Australië en eet vooral nectar uit bloemen en insecten. De vogel wordt erg bedreigd. Er leven er nog ongeveer vierhonderd en dat aantal loopt af door de bosbranden.

2. Kangaroo Island Smalvoetbuidelmuis

Deze muis lijkt op een huismuis, schrijft het WNF. Het beestje heeft een dunne staart, een spitse snuit én een buidel. Hij leeft in open bossen en in struiken op het westelijke deel van Kangaroo Island, een eiland ten zuiden van Australië. Deze soort is ernstig bedreigd omdat hij door de branden te weinig eten kan vinden. Er leven nog minder dan vijfhonderd op het eiland.

3. Kangaroo Island bruine raafkaketoe

Ook deze kaketoe leeft op Kangaroo Island. Hij komt alleen voor in het noorden en westen van het eiland. Het zwartbruine dier met opvallende rode staart leeft in bossen en broedt graag in de bomen. Ook dit dier krijgt het erg moeilijk door de branden. Hij leeft van de zaden van de eikenboom, maar veel van die bomen zijn in vlammen opgegeaan. 

4. Grootpootpotoroe

De grootpootpotoroe is een soort rat, die wel een beetje lijkt op een kangoeroe. Maar dan wel met een dikke rattenstaart. De dieren zijn heel schuw en leven het liefst in natte bossen in het oosten van Australië, waar ze schimmels eten en nestjes bouwen op de grond. Ook zij krijgen het erg moeilijk. Wetenschappers zijn bang dat ze er straks helemaal niet meer kunnen leven.

5. Corroboreeschijnpad

Deze pad valt erg door zijn opvallende kleuren erg op in de natuur in het zuiden van Australië. Het beestje wordt ongeveer drie centimeter lang en eet vooral insecten. Omdat hij er zo opvallend uitziet, verstopt-ie zich graag tussen bladeren of omgevallen boomstammen, maar hij leeft ook graag in moerassen en bosranden. Zijn leefomgeving is ook voor een groot deel vernield.