Zeven tips om alles uit het voorlezen te halen

1. Neem de tijd

Lees vooral niet te kort voor, plan er echt even tijd voor. Uit onderzoek van de Stichting Lezen blijkt dat kinderen het meest profiteren van 20 minuten voorlezen per dag.

2. Kies je moment

Voorlezen hoeft echt niet per se een afsluiting van de dag te zijn.  Als je zelf na een dag werken afgepeigerd op de bedrand zit, is dat misschien niet het ideale moment voor een rustig kwartiertje quality-time.  Als je kind moe en overprikkeld uit school komt (en jij nog een beetje fit bent), kan het ook een fijn rustmoment zijn. Of lekker uitgebreid op het grote bed tijdens een weekendochtend zonder haast.

3. Nooit te oud

Veel ouders stoppen met voorlezen zodra hun kind zelf begint te lezen. Zonde!  Kinderen zijn in de eerste jaren van zelf lezen vaak nog vooral bezig met het ontcijferen van de woorden en zijn zich nauwelijks bewust van verhaallijnen, áls die er al zijn in de boekjes-voor-beginners. Ook oudere kinderen vinden het bovendien leuk om voorgelezen te worden, zélfs als ze al dik in puberteit zijn. Dat hoeft dan heus niet meer elke dag, maar maak er bijvoorbeeld een traditie van om op vakantie steeds één mooi boek voor te lezen. Geef als ouders het goede voorbeeld door ook elkaar zo nu en dan bijvoorbeeld een krantenartikel of een column voor te lezen

4 Je bent goed genoeg

Wees niet te kritisch over je eigen voorleeskunsten. Ook als je zelf geen vlotte lezer bent, of juist de neiging hebt om over je snelle woorden te struikelen, ben je meer dan goed genoeg. Kinderen merken het doorgaan niet eens als je foutjes maakt. Als je echt geen goed gevoel hebt bij je eigen voorlees-skills kan het soms helpen om vooraf het boek even door te lezen. Je bent dan beter voorbereid op wat er gaat komen. Dan weet je wanneer er een moeilijk woord, een leuke grap of juist een verdrietig moment in aantocht is.

5. Leef mee

Geniet ongegeneerd mee van het boek dat je leest. Natuurlijk helpt het nogal als je een boek kiest dat je zelf ook leuk vindt. Laat gerust wat emotie zien. Zeg ‘Oh Nee!’ als er iets zieligs gebeurt of verbaas je zichtbaar bij een onverwachte wending. Zo trek je je kind nog meer het verhaal in en wordt voorlezen ook nog eens een subtiel lesje sociale vaardigheden. Je laat tijdens het lezen  tenslotte zien welke emotionele reacties mogelijk zijn op gebeurtenissen. Omgekeerd geldt dat natuurlijk ook. Als het verhaal jou absoluut niet boeit en je hebt je hoofd er niet helemaal bij, is de aandacht bij je kind geheid ook zo verdwenen.

6. Geen stemmetjes

Stemmetjes kunnen best leuk zijn, maar pas op voor over-acting. Je leest een boek en hoeft geen hoorspel op de voeren. Een heks in een verhaal mag best een beetje eng klinken en bij een boze man mag er best een basstem ingezet worden. Maar kijk uit voor overdrijven. Voor je het weet raak je zelf in de war van alle verschillende stemmen die je moet doen om de lijn vast te houden. Wel belangrijk: praat in een rustig tempo, articuleer goed en zoek soms even oogcontact met je kind.

7. Moeilijk is niet erg

Een voorleesboek mag best een beetje moeilijk zijn. Is het te makkelijk of te kinderachtig, dan haakt je kind snel af. Versimpel zinnen of woorden niet uit angst dat je kind het niet begrijpt. Voorlezen is juist een unieke kans om woorden te leren die je in het dagelijks taalgebruik niet tegenkomt.

Wist je dat…

…een kwartier per dag lezen voor een kind dat op gemiddelde snelheid leest ongeveer gelijk staat aan het lezen van 1 miljoen woorden per jaar?

…kinderen in dat geval gemiddeld 1000 nieuwe woorden per jaar leren? 

…dat door je kind voor te lezen zijn woordenschat zich blijft ontwikkelen? Omdat jij als ouder weet hoe je het woord uitspreekt, is de kans dat een kind het woord daadwerkelijk onthoudt veel groter. Als je zelf een woord leest dat je niet begrijpt, vergeet je dit meestal ook razendsnel weer.