Fenna (10): ‘Ik stotter als ik snel iets wil zeggen’

‘Ik heb er vooral last van als ik moe ben of als ik iets heel spannend vind. Bijvoorbeeld als ik voor de klas moet praten’, vertelt Fenna. Ze stottert al een hele tijd. ‘Vooral met de letters A, K en E. Ik denk niet dat het stotteren nog weggaat bij mij, alleen dat het minder wordt.’ Je zou misschien denken dat je daar meer last van hebt bij mensen die je niet kent, maar bij Fenna zit dat anders. ‘Bij vreemden stotter ik bijna niet. Dat doe ik meer bij bekenden. Daar durf ik het te laten zien omdat ik hen vertrouw.’

Stottertherapie

Dat ze stottert vindt Fenna soms best stom. ‘Vooral als ik snel iets wil zeggen, dan stotter ik. Mensen gaan dan voor me invullen wat ik wil zeggen, maar het is fijner als ze me gewoon laten uitpraten.’ Om makkelijker te leren spreken, zit ze op stottertherapie. ‘Daar oefen ik met woorden en praten. Daardoor weet ik hoe ik het stotteren minder kan maken.’ Ook op stotterkamp leerde ze er beter mee omgaan. ‘Daar leer je andere kinderen kennen die ook stotteren. Het was wel fijn om te weten dat ik niet de enige ben die er last van heeft.’

Weetjes van Fenna

Fenna is zelf inmiddels een echte expert! Ze zit dan ook boordevol weetjes. Wist jij dit al over stotteren?

1. In Nederland stotteren ongeveer 175.000 mensen.

2. Er stotteren meer jongens dan meisjes. Acht van de tien mensen die stotteren is jongen!

3. Er bestaan drie soorten stotters. De eerste is de stuiterbal, dat klinkt bijvoorbeeld als ‘b-b-b’. Je kunt ook een klank lang maken, zoals ‘ssss’. Bij de derde manier ga je op slot, je duwt dan tegen een letter aan. Ook wordt soms de omweg gebruikt, dan zeg je iets anders om een woord of letter te vermijden.

4. Je kunt er niets aan doen dat je stottert.

5. Tijdens het praten gebruik je wel meer dan 150 spieren om klanken te maken!

Wil je nog meer weten over stotteren? Lees dan hier wat je er tegen kunt doen.