
Maiar (10) uit Syrië: ‘Ik vond alles hier mooi’
De oorlog in Syrië is ook in Nederland veel in het nieuws. In de regio Iblid zitten nog steeds bijna een miljoen vluchtelingen die nergens heen kunnen. En in de overvolle kampen op de Griekse eilanden is de situatie vooral voor kinderen heel ellendig. Hoe is het als je zelf uit Syrië komt om dit nieuws te volgen? Maiar (10) uit Houten is er vaak verdrietig om.
‘Ik volg het nieuws over Syrië wel, maar niet teveel. Ik vind het een beetje eng om te zien. Als er op school iets over oorlog op tv is, vraagt de meester altijd of ik het wel wil zien. Als ik daar geen zin in heb, zet hij het uit. Maar het nieuws over de kinderen vind ik heel zielig. Zij kunnen niets aan die oorlog doen. Zij willen ook gewoon alleen maar een veilig leven met een warm huis en eten en school. Gewone dingen.’
Acht dagen lopen
‘Bij ons was dat ook zo. Wij woonden in Damascus. We hadden daar een fijn leven. Maar tijdens de oorlog was het niet meer veilig. Mijn moeder is eerst gevlucht. Zij moest acht dagen lopen en op straat slapen. En ze is toen met een klein rubber bootje met zeventig mensen erop van Turkije naar Griekenland gegaan. Wij zijn later gekomen met mijn vader samen.’
Mooi gevoel
‘Ik weet nog wel dat ik voor het eerst in Nederland kwam. Ik was heel blij om mijn moeder weer te zien maar tegelijk ook heel verdrietig. In Syrië was net mijn beste vriend overleden. Dus dat was heel dubbel. Ik vond alles hier zó mooi. Alle huizen waren hier heel. In Syrië waren ze allemaal kapot. Dat mooie gevoel gun ik die andere kinderen ook. Wij zijn thuis met drie kinderen maar daar kan nog best een vierde bij. Als alle gezinnen gewoon één kind uit die kampen helpen, is het probleem opgelost.’
Anderen lazen ook: Hoe zit het met Syrië?
Altijd op de hoogte blijven van nieuwtjes die voor kinderen interessant zijn? Volg ons via Facebook, Instagram of WhatsApp of neem een proefabonnement op de krant!
Wat vind jij? Laat je reactie achter
Let op:
Plaats een scoop