Jeugdjournaal-presentator Lucas van de Meerendonk heeft een bijzondere hobby: hij is gek op griezelen. Zijn dochter is daar nét zo dol op. Voor haar - en andere griezelfans - bedacht hij de monsters in Pas op voor de billenbijter!
Waarom heb je dit boek geschreven?
‘Ik schrijf al mijn hele leven, ook griezelverhalen. Voor mijn dochter bedacht ik gedichten over monsters. Ze is nog best jong, maar ze heeft hetzelfde gen als ik: ze houdt van griezelen. Mijn vriendin vond de verhalen zo leuk, dat ze zei: je moet dit op papier zetten en opsturen naar een uitgever! Ik dacht: wie zit daarop te wachten? Toch heb ik het gedaan, en nu is er zomaar een boek!’
Wat las je zelf als kind?
‘Heel veel griezelboeken. Mijn absolute favoriet was De Griezelbus van Paul van Loon. Hij heeft het woord ‘grumor’ bedacht, daar is hij een meester in. En natuurlijk Roald Dahl, die vind ik nog steeds fantastisch. Toen ik zijn Gruwelijke rijmen laatst herlas, dacht ik: die zijn pas écht eng.’
Hoe griezelig mag het voor jou zijn?
‘Ik kan niet zonder griezelen, voor mij mag het écht eng zijn. Elk jaar doen we met onze familie een Halloweenshoot. Dit jaar ook, het was geweldig. Met een collega van Het Jeugdjournaal die ook veel van griezelen houdt, ben ik laatst naar een griezelfilm geweest. Het angstgevoel opzoeken, het kippenvel, dat vind ik heerlijk.’
Wie is jouw lievelingsgriezel uit dit boek?
‘De Billenbijter, want die vind ik heel erg grappig. En ook de Weerwolfman, die is goed gelukt. Het gaat over een weerman bij het journaal die Gerrit heet en die bij volle maan in een weerwolf verandert.’
Ben je van plan om nog meer boeken te gaan schrijven?
‘Ik ben nu bezig met een griezelboek voor kinderen uit de bovenbouw. Het wordt een trilogie, heel spannend en best wel duister. De tekst ligt nu bij de uitgeverij, en dat is heel erg spannend. Het voelt alsof ik weer in groep 8 zit en een opstel heb geschreven en moet afwachten of het wel leuk genoeg is. Maar ik heb zoveel lol in het schrijven. Ik hoop dat ik ermee door kan gaan!’