Regels en ruzies over schermtijd

Opvallend is dat de meeste kinderen het helemaal niet erg vinden als hun ouders meekijken met wat ze op hun scherm aan het doen zijn. Terwijl de meeste ouders dénken dat hun kind dat helemaal niet wil. 44 procent van de kinderen zou het juist gezellig vinden als hun ouders wat vaker mee zouden kijken naar YouTube-filmpjes of samen een game zouden doen. Terwijl maar één op de drie ouders denkt dat hun kind dat leuk zou vinden.

In meer dan de helft van de onderzochte gezinnen zijn duidelijke afspraken over het gebruik van computers en telefoons. Geen telefoon op tafel tijdens het eten, is bijvoorbeeld zo’n afspraak. 90 procent van de ouders vindt dat een goede regel en 66 procent van de kinderen is het daar mee eens. Meer dan de helft van de kinderen (51 procent) zegt trouwens dat hun ouders meer op hun telefoon zitten dan zijzelf. Bijna de helft van de ouders (47 procent) geeft dat ook toe.

Buitenspelen

Ouders weten ook best goed wat hun kinderen het leukst vinden om te doen. 36 procent van de ouders denkt dat hun kind buitenspelen het allerleukst vindt. En 30 procent van de kinderen noemt dat zelf ook als lievelingsactiviteit. Op de tweede plaats staat ‘op de smartphone of tablet’.

Jongens en meisjes

Wel zijn er verschillen tussen jongens en meisjes. Meisjes spelen iets liever buiten dan jongens (35 procent tegen 26 procent). Gamen blijkt toch wel echt een jongensding. 35 procent van de jongens doet dat het allerliefst, en dat geldt maar voor 4 procent van de meisjes. Ook op social media is er verschil tussen jongens en meisjes. Meisjes zitten veel vaker op Musical.ly (30 procent tegen 5 procent van de jongens). Het allerpopulairst blijft YouTube. Drie van de vier kinderen (jongens én meisjes) zit daar een paar keer per week of vaker op.

Zakgeld of telefoon?

De meeste kinderen vinden schermen trouwens een stuk belangrijker dan zakgeld. We onderzochten wat kinderen liever hebben: een maand geen zakgeld of een maand geen telefoon en tablet. Bijna de helft van de kinderen (45 procent) doet het liever een maand zonder zakgeld. Eén op de vijf kinderen (21 procent) levert liever telefoon of tablet in.