Telescoopbouwer Christiaan Huygens had een bril nodig

Christiaan Huygens was een bekende uitvinder in de zeventiende eeuw. Voor zijn onderzoek naar het heelal wilde hij precies weten hoe laat het was. Daarom vond hij de slingerklok uit: een precieze klok die werkt met gewichten en een slinger.

Lenzen slijpen

Ook bouwde Christiaan Huygens zijn eigen telescopen. Daarvoor sleep hij zelf zijn lenzen. Die waren erg goed, maar niet zo scherp als mogelijk in die tijd. Hoe kwam dat toch? De Duitse wetenschapper Alex Pietrow onderzocht laatst de berekeningen van Huygens. Hij denkt dat de zeventiende-eeuwse telescoopbouwer een bril nodig had!

Experimenteren

Dat zit zo. Huygens ging experimenterend te werk. Hij probeerde verschillende lenzen uit en combineerde ze voor het (voor hem) beste eindresultaat. Daarna schreef hij alles op en rekende hij uit wat hij dan nodig had om nog verder het heelal in te kunnen kijken. Voor Huygens werkte dit prima. Hij ontdekte de grootste maan én de ringen van Saturnus. Maar anderen vonden zijn telescopen net niet helemaal scherp.

Bril

Onderzoeker Alex Pietrow denkt nu dat Christiaan Huygens licht bijziend was. Met een bril had hij beter in de verte kunnen kijken. In de zeventiende eeuw kon Huygens prima zonder bril. Om van dichtbij te lezen had hij ‘m niet nodig, en van autorijden had nog nooit iemand gehoord. Maar Pietrow denkt dat Huygens met bril op zijn neus zijn lenzen ook voor niet brildragers scherp had gekregen. ‘Dit is waarschijnlijk het eerste briladvies na iemands dood ooit, en dan ook nog eens voor iemand die 330 jaar geleden leefde!’, zegt hij.