
(Voor)leestip: van insecten tot olifantenpoep
Stad en land…

Arend van Dam is een verhalenverzamelaar. Hij schrijft dikke boeken met steeds vijftig voorleesverhalen over van alles en nog wat. Stad en land… is zijn tiende boek in de serie en gaat over mens en natuur in Nederland. Van insecten tot olifantenpoep!
Natuur is overal. In het bos, in je schooltuintje, in de dierentuin. Maar ook op je hoofd (denk aan luizen). Of op een schilderij in het Mauritshuis in Den Haag (waar Arend van Dam een puttertje zag).
Raasdonders
De verhalen in Stad en land zijn dan ook allemaal anders. Ze gaan over scheepsjongens die ‘raasdonders’ moeten leren klaarmaken (een gerecht met geweekte kapucijners). Over Jan, die thuis een gigantische verzameling schelpen, stenen en vliegende herten had, en die daar later beroemd mee werd.
Over Oda, die niet kan slapen door alle nachtdiergeluiden in de stad. En over Willem, die lang geleden stronttonnetjesschepper was in Amsterdam. Van een dierentuinoppasser leert hij dat een olifantenmest geld waard is. ‘Zonder poep groeit er niks. En als er niks groeit, hebben we niks te eten.’
Van jouw leeftijd
Stad en land gaat kriskras door de geschiedenis en je komt terecht in alle uithoeken van Nederland. Zoals altijd zijn de verhalen kort en hebben ze vaak hoofdpersonen van je eigen leeftijd. Zelf lezen kan, maar eigenlijk zijn deze verhalen speciaal geschreven om voorgelezen te worden.
Wil je weten welke kinderboeken de Kidsweek-redactie je nog meer aanraadt? Kijk dan hier!
Wat vind jij? Laat je reactie achter
Let op:
Plaats een scoop