
Recensie: De Gouden Koets
De Gouden Koets

In 1898 krijgt prinses Wilhelmina voor haar verjaardag een gouden koets die ze niet wil hebben. Op de zijkant staat een afbeelding van slaven uit de Nederlandse koloniën. Precies zoals de Surinaamse jongen Kwadjo niet wil worden gezien. In de voorstelling De Gouden Koets ontmoeten ze elkaar.
De voorstelling begint met een vraag aan het publiek: hoe ziet een prinses eruit? Het antwoord uit de zaal: blond, roze jurk, ze houdt toespraken en eet veel taartjes. Maar kan ze ook door een zwarte man worden gespeeld? Acteur Urvin Monte vindt van wel. Zijn tegenspeler Birgit Schuurman niet. Alle belangrijke rollen worden altijd al door mannen gespeeld, vindt zij. Dus daarom wil zij de prinses spelen. Hoe hard Urvin ook roept dat alle grote rollen altijd naar witte mensen gaan.
In en uit de rol
Met deze discussie is de toon van de voorstelling gezet. Want die gaat over vooroordelen en de ander niet zien voor wie hij of zij echt is. De acteurs springen voortdurend uit hun rol om commentaar te geven op wat ze net hebben gespeeld. Dat geeft het verhaal een extra laag, maar zorgt er ook voor dat Wilhelmina en Kwadjo niet helemaal gaan leven. Wel wordt duidelijk dat de prinses en de jongen, ondanks hun verschillende achtergronden, toch veel op elkaar lijken. En we juist daar met z’n allen wat meer oog voor zouden mogen hebben.
Wat vind jij? Laat je reactie achter
Let op:
Plaats een scoop