Vissen
Twee vissen kijken naar buiten. Zegt de ene vis tegen de andere: 'Het regent!' Zegt de andere: 'Gelukkig zitten wij lekker droog!'
Twee vissen kijken naar buiten. Zegt de ene vis tegen de andere: 'Het regent!' Zegt de andere: 'Gelukkig zitten wij lekker droog!'