Beeld shutterstock
Voor ouders

Help! Mijn kind ziet dingen die er niet zijn

DEEL DIT ARTIKEL Facebook
Nathalie Strijker
Nathalie
Strijker

Hoort jouw kind weleens gefluister of geklop op een deur? Of ziet hij of zij soms dieren of mensen die verder niemand ziet? Geen reden voor paniek. Hallucinaties bij kinderen komen vaker voor dan je misschien zou denken. Psycholoog Lisa Steenkamp promoveerde deze maand op een onderzoek naar hallucinaties bij kinderen.

Uit haar onderzoek blijkt dat ongeveer één op de vijf kinderen van tien jaar weleens hallucineert. Niet meteen een reden tot zorg, stelt ze. ‘Bij kinderen zijn de hersenen nog niet helemaal klaar met ontwikkelen. Sommige verbindingen lopen gewoon nog niet zo lekker. Hun hersenen nemen dan soms een loopje met ze.’

Praten

‘Hallucinaties zijn dingen die er eigenlijk niet zijn, maar die jij wel ziet of hoort’, legt Steenkamp uit. Veel ouders weten niet dat hun kinderen er ‘last’ van hebben, ontdekte ze tijdens haar onderzoek. ‘Kinderen die dat hebben durven er vaak niet over te praten omdat ze bang zijn dat het gek is. Ze weten meestal ook niet dat meer kinderen dit hebben.’

Angst en stress

Volgens Steenkamp verdwijnen de hallucinaties meestal vanzelf als kinderen ouder worden: ‘Bij kinderen van veertien heeft nog maar één op de tien weleens hallucinaties. Bij volwassenen nog maar 7 procent. Als kinderen er geen last van hebben en verder goed functioneren is het onschuldig’, zegt ze.

Toch is het wel goed om in de gaten te houden. Als hallucinaties in de pubertijd nog steeds voor komen of als ze zorgen voor angst of stress, is dat volgens Steenkamp wel reden om hulp te zoeken. ‘Het gaat om een kleine groep, maar we weten dat jongeren met hallucinaties een drie tot vier keer verhoogde kans hebben op psychiatrische problemen op latere leeftijd. Daarbij moet je denken aan bijvoorbeeld depressie, angst of psychose.'

Als kinderen niet angstig worden van de hallucinaties en niet belemmerd worden in hun dagelijks leven, is er volgens Steenkamp geen reden tot zorg. Haar advies is: ‘'Praat er gewoon eens met je kinderen over. Laat ze merken dat je weet dat het bestaat en dat het niet erg is. Kom er gewoon nog eens op terug als ze niet meteen het achterste van hun tong laten zien.’

Lisa Steenkamp gebruikte voor haar onderzoek gegevens uit Generation R: een bevolkingsonderzoek dat duizenden Rotterdamse kinderen volgt van voor de geboorte tot jonge volwassenheid. Met vragenlijsten vroeg ze ruim drieduizend kinderen naar hun bijzondere ervaringen, zoals het horen en zien van dingen die er niet zijn.

Anderen lazen ook: Help! Mijn kind blijft maar piekeren

Altijd op de hoogte blijven van nieuwtjes die voor kinderen interessant zijn? Volg ons via FacebookInstagram, de wekelijkse nieuwsbrief of neem een proefabonnement op de krant!

DEEL DIT ARTIKEL Facebook